Donderdag 21 april 2011: (Witte Donderdag)
Jezus zei: “Mijn volk, jullie kunnen zich herinneren aan de keer dat twee vrouwen Mijne voeten wasten. De eerste was een zondaar die Ik geneesde door haar zonden te vergeven. Zij was zorgvuldiger voor Mij dan zelfs de gastheer van het huis waar Ik in was. Het tweede wassen werd gedaan door Maria, de zus van Lazarus. Zij droogde Mijne voeten af met een duur salf, maar dit was bestemd voor Mijn begrafenis. Na het Laatste Avondmaal of Sedermaaltijd, was Ik verrassend genoeg om de voeten van Mijne apostelen te wassen om hen te laten zien dat wie eerste willen zijn, moeten dienen aan de anderen. Dit was het voorbeeld dat Ik Mijne apostelen gaf niet alleen mensen lichamelijk te helpen, maar ze moesten vissers van mensen worden door zielen te bekeren tot Mijn leer van liefde. Aanvankelijk waren de apostelen aarzelend, maar nadat Ik hen de genade van de Heilige Geest had gegeven, gingen zij uit zoals Ik het hun vroeg. Ik roep alle Mijne getrouwen op om hun genezende gaven te delen van lichamelijke hulp en de bekering van zondaars. Wees niet bang, maar riep op de gaven van de Heilige Geest aan, en Hij zal jullie geven wat te zeggen om zielen te redden.”