dinsdag 30 november 2010: (St. Andreas)
Jezus zei: “Mijn volk, al mijn apostelen, behalve St. Johannes, leden martelaarschap voor hun geloof. St. Andreas stelde Me enkele apostelen voor toen hij een visser van mensen werd om Mijn Evangelie te leren. Net zoals Mijn apostelen en veel van Mijn vroege volgers werden vervolgd door de Romeinen, zo zullen ook Mijn gelovigen van tegenwoordig vervolging ondervinden van het één wereldvolk. Wanneer jullie tot Me roepen, zal ik je bewakerengel leiden naar het dichtstbijzijnde toevluchtsoord waar jij beschermd wordt door een engel die jij zult zien. De engel maakt jou onzichtbaar voor je vijanden en jij kunt verblijven in een houten hut zoals in de visie. Jullie moeten wat zwaar handmatig werk verrichten om te overleven, maar Mijn toevluchtsoorden beschermen jullie tegen de boze die proberen jullie te doden. Sommigen zullen martelaarschap liden, maar de rest zal gered worden. Veel van jullie gemakken zullen weggenomen worden, maar jullie hebben meer tijd voor gebed en Mij aan te bidden in Mijn tabernakels.”
Jezus zei: “Mijn volk, gedurende de eerste driehonderd jaar na mijn dood vervolgden de Romeinen mijn gelovigen zodat velen voor hun geloof werden gemarteld. De Romeinen maakten zelfs sport van deze moorden met leeuwen en gladiatoren. Er is een parallele vervolging van christenen die nog steeds plaatsvindt. In communistische landen en moslimlanden zijn er mensen die christenen doden. De komende antichrist is een moslimleider, en hij zal deze vervolging van christenen voortzetten. Het plan van het één wereldvolk is om de staat van beleg uit te roepen en zoveel mogelijk christenen en patriotten in hun detentie- en doodskampen te doden. Ik zal mijn volk waarschuwen wanneer het tijd is om naar Mijn toevluchtsoorden vertrekken zodat zij vermeden worden door deze boze mensen gedood te worden. Op Mijn toevluchtsoorden zullen Mijn engelen jullie beschermen en voorzien in jullie fysieke en geestelijke behoeftes. Vertrouw op Me om mijn gelovigen te beschermen, en beloon je in Mijn Era van Vrede.”