Vrede mijn geliefde kinderen, vrede!
Mijn kinderen, bid om dichter bij God te komen. Ik ben hier om jullie naar Hem toe te brengen.
Wees van God door te bidden, te liefhebben en Zijn allerheiligste vrede aan al uw broeders en zussen te brengen.
Ik ben de Koningin van het Rozenkrans en des Vredes, ik ben de Moeder van Jezus en de Moeder van jullie allen.
Kinderen, ontvang mijn uitnodigingen tot gebed. Als jullie niet bidden, zult jullie de beproevingen des levens niet doorstaan, en zult jullie de genaden van de hemel niet verkrijgen, want het is door gebed dat God ze aan jullie wil geven; door gebed zal God jullie ook de kracht geven om al het kwaad van deze wereld te overwinnen.
Bid mijn kinderen, bid mijn rozenkrans met liefde, zodat jullie harten vrij zijn van aardse banden en geheel Gods zullen zijn.
Ik verscheen vele malen in Itapiranga om jullie de veilige weg te tonen die naar de hemel leidt. Open jullie harten voor mijn oproepen tot bekeerling en gebed. Elke boodschap van mij is een liefdesoproep aan elke ziel.
Ik ben jullie Moeder en ik wil jullie grote genaden schenken. Itapiranga is een onuitputtelijke bron van genaden; het is een genade die voor altijd in de Amazone zal blijven en die de duivel nooit kan vernietigen, want daar vond hij zijn ondergang en nederlaag.
Itapiranga is de plaats die Zijn Moeder heeft bereid voor het einde der tijden, zoals ik jullie vertelde aan het begin van mijn verschijningen. Daar op die plek zal mijn Zoon Jezus nog dingen verrichten die jullie ogen nooit hebben gezien en vele zondaars zullen bekeren. Bidt, bidt meer en meer, vasten, vasten, vasten, want de genaden van de hemel zullen in overvloed zijn op hen die mijn oproepen ontvangen en ze ernstig en waarachtig leven.
Ik hou van jullie en zegent jullie: in de naam des Vaders, des Zoons en der Heilige Geest. Amen!
Voordat ze vertrok zei de Maagd:
Keer terug naar huis met Gods zegening en vrede. Vandaag dek ik jullie met mijn Onbevlekte Mantel. Ik hou van jullie, mijn kleine kinderen, ik hou van jullie. Liefde, liefde, liefde om tot de hemel te behoren.