Cana van Galilea wordt beschouwd als het Land des Geloofs. Ik herinnerde me veel over Itapiranga en de Maagdens verzoek om elke dag de zeven geloofsbelijdenissen te bidden. Op deze heilige plaats bad ik vele geloofsbelijdenissen, God vraagend mijn arme kleine geloof te vernieuwen en te vergroten. Hoe wens ik altijd meer te geloven, zonder ooit te twijfelen. Ik vroeg de Heer dringend om mij het geloof te schenken dat bergen kan verplaatsen. Ik zei tegen Hem in mijn gedachten: Is het niet mogelijk, Heere, dat wat Gij in het Evangelie gezegd hebt nooit gebeurt, dat hij die geloof heeft, als een mosterdzaadje zal zeggen tot een berg en zij zal gaan? Waarom geef je mij geen groot geloof, het geloof dat bergen kan verplaatsen. Geef me dit geloof Heere! De tijd is gekomen voor de profetieën te worden vervuld en grote wonderen in Uw naam te geschieden ten behoeve van het heil en de bekeering van vele zielen!Ik vroeg, ik vroeg, ik vroeg en ik hoorde de stem van de Maagd die tegen mij zei:
God vraagt van jou een groot geloof. Geloof moet in jou steeds meer groeien. Gelooft, gelooft, gelooft. Hij die in God gelooft kan alles doen. Hij die gelooft is een bron des genades voor vele zielen, want God, door degene die gelooft, toont al Zijn liefde, uitstortend Zijn genaden en tonend Zijne kracht. Bid de geloofsbelijdenissen zoals ik je geleerd heb, en vernieuw jouw geloof in God, onze Vader en Schepper van alle dingen. Zijn goddelijke blik is op jou gericht en op allen die in Zijn goddelijke openbaring en werk des liefdes geloven. Ik zegent u: in de naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geests. Amen!