Vrede zij met u!
Mijn lieve kinderen, ik ben de Moeder van God, jullie Moeder en de Koningin des Vredes.
Bidt elke dag het Rozenkrans voor de vrede in de wereld en voor het einde van de oorlog. Vrede, vrede, vrede! De wereld heeft vrede nodig. Bid veel voor vrede. Jezus is de Prins des Vredes en ik, Zijn Moeder, ben de Koningin des Vredes.
Ik stort speciale genaden over elk van jullie uit deze avond. Luister naar mijn oproepen. Leef mijn boodschappen na. Deze stad is mij zeer dierbaar (Itapiranga). Ik heb deze stad gekozen om jullie mijn boodschappen te geven, om jullie uit te nodigen tot gebed en bekeerling.
Hier in Itapiranga wil ik mijn liefde en vrede over al mijn kinderen verspreiden. Ik ben hun Moeder en ik hou erg van hen. Bidt, bidt, bidt. De wereld heeft veel gebed nodig.
Open jullie harten voor Jezus. Houw zeer van mijn Zoon Jezus. Hij houdt van jullie met een grote liefde.¹ Bidt voor hen die Hem niet liefhebben en Zijn goddelijke liefde verwerpen door het te ontkennen.
(¹) "En wij die geloven, erkennen de liefde die God voor ons heeft. 'God is liefde: wie in de liefde blijft, blijft in God en God in hem' (1Jn 4:16).
" Hij hield van mij en gaf zichzelf op tot aan de dood voor mij" (Gal 2:20). Daar is dan het einde van liefde: om jezelf te geven, volledig veranderd in degene die je liefhebt. Liefde laat ons onszelf verlaten en vervoert ons, in een ineffabele extase, naar de borst van de geliefde" . Albertus Magnus ( In unie met God), maar wat eigenlijk behoort tot een Benedictijnse monnik Johannes Von Kastl. (Cf. OC-t.Ib C 194, n. 5 [N. of T.].
(²) Jezus bracht de mensheid het bericht van redding over; hij openbaarde de wil van God; hij onthulde de mysterien en de bovennatuurlijke orde; hij sprak over individueel en maatschappelijk leven; over eeuwigheid, dood en oordeel; hij herstelde de waarden van bestaan; hij zette egoïsme en trots af, verheffend altruïsme, liefdadigheid en nederigheid; hij legde hedonisme laag door het pad van het kruis uit te roepen. Deze leer - goddelijk en onfeilbaar - liet Jezus niet aan de willekeur en onverschilligheid van mensen over, maar stelde hem plechtig voor als een voorwaarde voor zacht redding. De evangelist Marcus is expliciet: "Wie gelooft en gedoopt wordt, zal gered worden. Wie niet gelooft, zal verdoemd worden." (Mk 16:16).
Er is geen middenweg: men moet in alle zijn leer geloven en de hele morele wet in praktijk brengen.