Sint-Thomas van Aquinas keert terug met het kleine beursje dat hij gisteren had. Hij zegt: "Lof zij Jezus."
"Beste bode, vergeef me dat ik het voorbeeld van dit kleine beursje zo vaak aanhaal. Het biedt een zo goed voorbeeld van het menselijke hart dat ik er niet tegen kan. Het kleine beursje is in staat veel schatten te bevatten. Zo ook kan het menselijk hart een opslagplaats zijn voor schatten. Stel bijvoorbeeld dat dit beursje Heilige Liefde vertegenwoordigt. Binnenin verborgen liggen de schatten van alle deugden, want elke deugd is gekleed in Heilige Liefde. Als er een gebrek aan Heilige Liefde [een gat in het beursje] is, beginnen de deugden te glijden net als een munt uit een gat in het beursje kan vallen."
"Om ons vergelijking verder te zetten: De eigenaar van het beursje hoeft alleen maar zeker te zijn dat het beursje solide is en geen reparatie nodig heeft om te weten dat de munten erin veilig zijn. Hij hoeft ze niet continu te tellen. Op dezelfde manier hoeft de ziel alleen maar zeker te zijn dat de Heilige Liefde die haar hart omhelst solid is. Hij hoeft zijn hart niet af te zoeken op elke deugd. Als hij in Heilige Liefde leeft, omarmt hij alle deugden. Denken dat je bijvoorbeeld - nu nederig, dan wijs enzo - is een verleiding tot trots."
"Dus heeft ons het kleine beursje goed gediend als jullie luisteren. Volmaakt zijn in Heilige Liefde is de les - alles andere is voorbijgaand."