Jezus verschijnt met licht dat uit Zijn Wonden stroomt. Hij zegt: "Ik ben Jezus, geboren als mens."
"Je ziet Mijn Barmhartigheid, Mijn Vergeving voor je staan, vloeiend uit Mijn Wonden van Liefde. Van ogenblik tot ogenblik presenteren zich zielen bij Me voor hun oordeel en worden hun zielen gevuld met onvergeeflijkheid. Het vagevuur is vol met zulke mensen. Hier spreek ik niet over die onvergeeflijkheid die zo diep in de ziel begraven ligt dat de ziel er zich niet van bewust is. De onvergeeflijkheid die het gewicht van oordeel draagt, is de wrok die vrijwillig gedragen wordt en toegestaan om bitter vrucht te brengen in het hart en in de wereld."
"Het is niet zo dat Mijn Offer niet genoeg was voor zulke mensen, maar dat deze wrokvolle zielen zichzelf niet toelaten om met Me mee te gaan in het offer. Ze kunnen niet leren wanneer het moeilijkst is om te leren. Ze willen de kruis van persoonlijke belediging en beleidiging niet omhelzen. De onvergevende imiteren Mijn Goddelijke Barmhartigheid niet."
"Omdat Goddelijke Barmhartigheid en Goddelijke Liefde de Wil van Mijn Vader zijn, verwerpen zulke zielen Gods Goddelijke Wil voor hen. Het is een genade om de kans te krijgen om te vergeven. Want door het oefenen van vergeving voor onrecht dat tegen hem begaan is, drukt de ziel zijn liefde voor Me uit. Zijn hart wordt ontlast. Dan wordt hij dieper in Gods Liefde gedragen."
"Anderzijds roept de onvergevende ziel oordeel over zichzelf af. Hij kan van eeuw tot eeuw in het vagevuur zijn. Dit is zo, want hij heeft deze bitterheid van hart misschien ook aan anderen verspreid. Deze misdaad moet samen met de onvergeeflijkheid die hij naar het oordeel binnen zijn eigen hart droeg, worden uitgewist. Zielen moeten niet alleen voor hun eigen harten antwoord geven, maar ook voor wat ze hebben verspreid in andere harten."
Een onberouwende, bittere ziel is als een lintworm die alles op zijn pad opeet en het hart dat hem herbergt verwoest.
"Ik zal nog eens over dit onderwerp met je praten. Maak dit bekend."