In naam van de Vader en van de Zoen en van de Heilige Geest Amen. De kudde engelen is verschenen en Sint-Michaël, de aartsengel, heeft zijn zwaard opnieuw in alle vier richtingen gezwaaid. De Heilige Drie-eenheid was aanwezig; Jezus als koning in het rode gewaad met de koninklijke kroon, de Zalige Moeder hief een rozenkrans op in haar rechterhand en legde hem dan neer om een scepter te nemen. Haar kroon was bezet met rode stenen en ze werd zeer helder.
Ook vandaag spreekt Jezus zelf: Ik, Jezus Christus, spreek op dit moment door mijn wilige, gehoorzaamende en nederige instrument Anne. Zij is Mijn boodschapper die door Mij benoemd is en geen woord komt uit haar eigen mond.
Voordat Abraham was ik ben. Wat betekent dit, mijn geliefde zonen van priesters, die niet willen volgen? Ik ben het Alfa en de Omega, het begin en het einde. Mijn kerk zal nooit verdwijnen, zelfs als jullie zo vijandig tegenover haar staan. Zij is door mij gesticht. Mijn plaatsvervanger hier op aarde spreekt in mijn woorden tot jullie weer en weer. Alle vragen van geloof zijn belangrijk voor jullie.
Jullie, mijn zonen van priesters, zeggen steeds dat wij de Bijbel hebben. Kennis jullie deze geschriften echt, mijn geschriften? Lezen jullie in deze mijn schrijven? Dan zouden jullie erkennen dat deze woorden die door Mijn boodschapper worden gesproken, uit deze Bijbel komen. Geen enkel woord is veranderd van wat zij door mij spreekt.
Jullie prediken alleen het Goede Nieuws omdat jullie niet in Mij willen geloven. Jullie stoten Mij af in mijn heilige priesterlijke zoon. Waarom, mijn priesters, moet dit hier gebeuren in deze stad? Waarom kunt jullie niet erkennen dat ik het ben die genade aan jullie wil schenken?
En nu wil ik iets heel belangrijk tegen jullie zeggen: Mijn geliefde zonen van priesters, gelooft jullie, wanneer jullie de eucharistie ontvangen en dit offerbeker hoog ophouden, gelooft jullie dat Ik mijzelf in jullie handen kan veranderen, in jullie zondige handen? Kan dit mogelijk zijn?
Mijn geliefden, door de ernstige zonde tegen de Heilige Geest die jullie blijven begaan, scheiden jullie zich af van uw dierbare Jezus. Waar houdt jullie het offerbeker? Voor het volk. En aan wie brengen jullie dit offer? Niet aan mij, mijn geliefden, niet aan mij, dan zou jullie naar mijn tabernakel kijken, waar Ik aanwezig ben. Alles is voor jullie zichtbaar. Alles staat in mijn schrijven en jullie herkennen mijn waarheid nog eens. Hoe ver zijn jullie van Mij afgedwaald?
Hoe vaak heb ik je de kans gegeven om Mijn berichten te ontvangen en erin te lezen, want Mijn waarheid is in deze geschriften. Mijn boodschapper kon ooit deze berichten van binnenuit verkondigen. Ze zou dat niet kunnen doen. En dit, mijn geliefde priesterszoons, hebt gij erkend. En ondanks al dit keren jullie zich af en zetten hen buiten, en zetten Mijn geliefde priesterlijke zoon buiten, die hier in deze Heilige Plaats, die Ik heb aangewezen, Mij mijn Heilig Offer brengt, ook voor jullie, Mijn priesterszoons, ook voor jullie.
Voor jullie is het dringend om terug te keren. Hoe vaak heb ik je gewaarschuwd, maar gij luistert niet naar mijn woorden. Opnieuw en opnieuw verwerpt gij mij. Ja, gij zou zelfs Mijn boodschappers kunnen stenen omdat gij mijn waarheden niet wilt horen. Zij lijden een martelaarschap, een martelaarschap in hun ziel door jullie. Kunt u daarvoor antwoord? Heeft gij nog liefde in uw harten? Is ze verdwenen? Dan zou je Mijn boodschappers kunnen aanvaarden uit liefde alleen en zou hen niet uit mijn kerk verbannen. Gij bent geen priesterszoons meer die Ik wilde. Jullie hebben zich afgekeerd en steen mij door de boodschappers wie jullie verwerpen.
Wil je gehoorzaam zijn aan uw bisschoppen? Hebt gij ooit overwogen aan wie gij gehoorzaamt? Hebt gij niet erkend dat dit Mijn Heilige Offerfeest is, die jullie op zo'n massale manier verwerpt en aankondigt en verspreidt dit? Gij leiden mijn gelovigen in de war en dat al een heel lange tijd. Opnieuw en opnieuw heb ik mededogen met u, over uw overtredingen, over uw zware overtredingen tegen de Heilige Geest.
Hoeveel moet er nog over jullie komen. Deze zware kwaden worden door mij aangeduid en Ik kan ze niet van jullie afhouden tenzij gij eindelijk terugkeert. Vooral in deze tijd van genade en boete hebt gij de kans om naar dit Mijn Heilig Sacrament der Boete te komen met al het berouw. Hoeveel keer heb ik je de kans gegeven dat Ik jullie zal vergeven en dat onmiddellijk, en dat Ik jou wil omhelzen weer als mijn verloren zoons die terugkeren.
Jullie, Mijne herders, hebben zich van Mij afgekeerd. Mijn woorden zijn jullie niets, niets. Jullie hebt macht gegrepen en willen deze macht niet opgeven. Wie werkt dan in jullie? Jullie egoïsme en jullie trots belemmeren jullie om Mijn Heilige Offerfeest te vieren, geen gemeenschap van maaltijden, dat is niet Mijn Offerfeest. Dit wordt met al de heiligheid en eerbied gevierd sinds eeuwigheden. Mijn hemelse Vader heeft Mij gezonden en Hij zendt Mij voortdurend naar jullie omdat gij moet berouwen.
Wederom en weer wordt dit heilige offermaal hier in deze woning gevierd. In het huis van Mijn geliefde Maria, moet dit Offerfeest plaatsvinden omdat jullie uw kerken voor mij sluiten en ze niet openen voor dit Heilige Offerfeest. Ik heb jullie aangesproken, niet alleen in jullie harten, maar persoonlijk. Jullie hebben gedurfd om deze ernstige zonde tegen de Heilige Geest voort te zetten. Jullie weten allemaal, Mijn priesterszoons, wat dit betekent voor uw Heer en Verlosser.
Wat gebeurt er in jullie maaltijdgemeenschap? Jullie hebben gekozen voor tafelgenootschap met het volk en hebt Mij de rug toegekeerd, en herinnert u niet eens dat ik het was die jullie gewijd heeft. In deze heilige uur hebt gij mij trouw gezworen. Waarom kunt gij niet terugkeren naar deze, jullie woorden, en opnieuw beginnen met Mij? Zo lang wacht Ik op jullie aandacht voor mijn. Kom en keer om! Jullie Verlosser en jullie liefste Jezus roept jullie voor de laatste keer. Dit zijn Mijn laatste woorden aan jullie, dan moet ik dit kwaad over allemaal komen laten, ook over jullie, Mijne bisschoppen, als gij mij niet glorie geeft in deze viering van de Heilige Offermis en mijn Heilige Offerfeest niet viert en voor mijn wil knielend mondelijke communie uitdeelt ter mijn glorie. Dit is mijn wens! Ik hou van jullie en ik wil jullie terugwinnen, want niets is mij dierbaarder dan mijn priesterszoons die aan Mij behaagen.
En nu, mijn kinderen, wil ik jullie danken die aanwezig zijn bij dit Heilige Offerfeest en die weer eens offeren brengen, de dagelijkse offers waarvoor Ik jullie heb geroepen en niet van Mij afkeren ondanks veel vijandigheden. Jullie komen en geloven, offeren, bidden en verzoenen en daarom zegene Ik jullie in al mijn liefde, in het uitgieten van de Heilige Geest, in de liefde van de Vader, in de liefde van de Drie-eenheid, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Ten slotte zegent de Moeder der Kerk en jullie Moeder jullie allen individueel, in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen.
Lof en eer zij zonder einde, Jezus Christus in het Heilig Sacrament des Altars.